Doel:
* Het voorkomen van (bijna) ongevallen rond het baden van cliënten
* Verhogen van het badcomfort van cliënten
Om deze doelen te bereiken dient de medewerker zich aan een aantal uitgangspunten te houden.
Uitgangspunten:
1. Draag het juiste schoeisel, geen gladde zolen
2. Check de benodigde hulpmiddelen zoals:
- hoog/ laag bad
- douche brancard
- zitbad
- douchekop
- fixatiemiddelen
- anti slip matten
- tillift
- beugels en steunen
op technische gebreken.
3. Houdt alles tochtvrij, zet geen deuren en/ of ramen open tegenover elkaar en
let op de omgevingstemperatuur.
4. Houdt alles binnen handbereik en zoveel mogelijk op een vaste plaats, zoals:
- zeep/ shampoo
- washandjes/ handdoeken
- kleding/ ondergoed
- rolstoel
- verpleegartikelen
- hulpmiddelen
zodat je niet bij de cliënt weg hoeft wanneer je hem/ haar helpt.
5. Trek de stop uit het bad als je toch weg moet lopen.
6. Ken de individuele afspraken die beschreven staan in het individueel zorgplan (I.Z.P.) zoals:
- wel/ niet alleen in de badkamer
- epilepsie (zie de toelichting)
- gedragsproblemen
- wel/ niet fixeren
- verpleegkundige handelingen
- persoonlijke hulpmiddelen
7. Zorg voor privacy van de cliënt, denk aan:
- schaamte gevoel
- angst/ schrikreacties
8. Controleer de temperatuur van het douche/ badwater (evt. met behulp van een
Badthermometer)
9. Zorg ervoor dat de cliënt niet zelfstandig de temperatuur kan veranderen.
Houdt toezicht indien nodig.
10. Zorg dat er geen water blijft liggen op de badkamervloer
11. Wees je bewust van de risico’s en onvolkomenheden bij het baden en maak
deze bespreekbaar bij de cliënt of diens ouders/ vertegenwoordiger en je
collega’s.
Toelichting badprotocol voor cliënten met epilepsie
Een cliënt die bekend is met epilepsie en/ of een risicovolle handicap heeft, laat je nooit alleen in bad gaan. Daar houdt je altijd direct toezicht op.
Gebruik eventueel een zwemkraag.
Vul een bad voor de helt, bij voorkeur gebruik maken van de douche.